zondag 28 april 2013

Terug-kom-dag

Met Toon en Nico hadden we op het eind van de beginners cursus afgesproken dat er een terug -kom -dag zou zijn .
Vandaag was het zover.
Om 10 uur werden we verwacht bij Nico , daar stond de koffie of thee weer klaar met een heerlijke vruchten cake . We worden wel verwend !
Dan gaan we bespreken hoe het bij iedereen vergaan is en hoe we verder moeten .
Het is toch vaak de vraag --- Hoe was het ook weer ?--- Toon zegt dat we hem altijd een e-mail kunnen sturen als we een vraag hebben. 
Nico gaat kijken of hij strakst  als hij vegers of vliegers maakt 1 of 2 volkjes over heeft die wij dan mogen hebben.
DAT ZOU HEEL FIJN ZIJN .
Al met al hebben we weer veel opgestoken deze ochtend

zondag 14 april 2013

Extra ruimte gegeven

Het wordt vandaag 20 graden dus een mooie dag om de bijen  te controleren op  grootte eitjes larven en gesloten broed . Het is allemaal ruim aanwezig .

Omdat het volk flink gegroeid is  gaan we er een bak op plaatsen --geven van extra ruimte bevordert de bevolkingsgroei en vermindert de zwermdrift

woensdag 3 april 2013

Gestorven poppen op de vliegplank

3 april 2013 Op de vliegplank lagen gestorven poppen . Maar eens opgezocht wat de oorzaak hiervan kan zijn .Wat het weer betreft klopt het onderstaande wel.

 
Een koudeprik (met ineens lagere temperaturen, maar dat hoeft niet perse tot onder de 0 °C. te zijn) in de rest van het jaar, wanneer het volk dus al een broednest heeft, kan soms als gevolg hebben dat het volk niet meer in staat is om het gehele broednest op de benodigde 35 °Celsius te houden.
Dit risico is het grootst bij de groeiende broednesten in het voorjaar.
Na zo'n koudeprik vind je dan veel gestorven poppen op of voor vliegplank.
Dit geldt eens te meer indien het volk last heeft van kalkbroed De gevoeligheid voor infectie door kalkbroed is het grootst, vlak nadat de larve zich is gaan verpoppen (gesloten broed) . De schimmel Ascosphaera apis groeit daarbij het best bij een temperatuur van rond de 28 °Celsius[1]. Een lichte afkoeling van het broed gedurende enkele uren is voldoende om de schimmel zijn werk te laten doen. Kalkbroed manifesteert zich dan ook het meest: bij de snel groeiende broednesten en de koudeprikken in het voorjaar,
bij gunstig zet het volk zoveel broed aan dat ze dat bij een koudeprik niet meer allemaal op de benodigde temperatuur van 35 °Celsius kunnen houden (vaak gaat dan met name het darrenbroed aan de randen van het broednest ten gronde),
bij kleine zwakke bijenvolken, en bij imkers die hun bijenkasten gedurende een koude periode lang open laten.